GAZON | Stikstof tekort in het gras

Stikstof tekort in het gras

Stikstof speelt een centrale rol in het gras. Wanneer deze voedingsstof onvoldoende beschikbaar is, verliest het gazon zijn vitaliteit en ontstaan problemen die de kwaliteit en uitstraling van het gazon direct beïnvloeden. In deze blog lees je hoe stikstof werkt, wat de risico’s zijn bij tekorten en welke herstel- en onderhoudsmaatregelen effectief zijn binnen professioneel groenbeheer.

Waarom stikstof zo’n cruciale factor is

Elke grassoort heeft een combinatie van licht, water en voedingsstoffen nodig om zich te ontwikkelen. Stikstof is een van de belangrijkste elementen omdat het betrokken is bij de productie van bladgroen, de vorming van nieuwe scheuten en de opbouw van een sterke wortelstructuur. Bij een optimale stikstofhuishouding blijft een gazon dicht, veerkrachtig en diep van kleur. Precies wat je nodig hebt voor intensief of representatief gebruik.

Oorzaken van stikstoftekorten in professioneel beheerde gazons

Een tekort ontstaat vaak door een verstoring in de bodemchemie of door omstandigheden die de opname van voedingsstoffen belemmeren. Denk bijvoorbeeld aan:

• Bodems waarin te veel kalium, chloride, zink of mangaan aanwezig is, waardoor stikstof minder beschikbaar wordt.
• Een pH-waarde die uit balans is, waardoor wortels moeite hebben om stikstof op te nemen.
• Wortelschade door koude perioden, ziektes of andere stressfactoren.
• Neerslagoverschotten: stikstof in nitraatvorm spoelt snel uit bij langdurige regen.

Deze factoren kunnen afzonderlijk of gecombineerd leiden tot een afname van de groeikracht en algehele conditie van het gazon.

Signaleren van stikstoftekorten

Tekorten vallen in eerste instantie op door verkleuring. Doordat het gras onvoldoende voedingsstoffen krijgt, wordt stikstof verplaatst van oudere naar jongere sprieten. De oudste delen van het gras verliezen daardoor kleur en worden geel. Als er niet wordt ingegrepen, neemt de dichtheid van de grasmat af en kunnen open structuren ontstaan.

In deze open plekken vestigen onkruiden en klaver zich gemakkelijk. Vooral klaver is een kenmerkende indicator, omdat deze plant stikstof zelf uit de lucht kan binden en daardoor juist profiteert van een arme bodem. Een verzwakt gazon is bovendien makkelijker ten prooi aan schimmels en ziekten zoals rooddraad, dollarspot en kroonroest.

Aanvullen van stikstof: optimale timing en methode

Voorjaar
Het groeiseizoen start met een verhoogde behoefte aan stikstof. Organische meststoffen met extra stikstof, zoals Snelmix, vormen een solide basis voor een actief bodemleven, een betere structuur en krachtige wortelvorming. Hiermee krijgt het gazon een stevige impuls die het hele seizoen doorwerkt.

Let op dat bemesting pas effect heeft wanneer het gras ook daadwerkelijk groeit. Verkleurde of uitgedroogde gazons nemen nauwelijks voedingsstoffen op en reageren dus niet efficiënt op bemesting.

Najaar
Ook later in het jaar kan het zinvol zijn om extra stikstof toe te voegen, mits gebruik wordt gemaakt van een formule die is afgestemd op de lagere temperaturen. Najaarsmeststoffen van Innogreen bevatten stikstof in een dosering die het gazon ondersteunt zonder onnodige, snelle groei uit te lokken. Ze helpen het gazon opbouwen richting de winterperiode, versterken de wortels en verbeteren de weerstand tegen koude en ziekten.

Professioneel herstel van beschadigde grasmatten

Wanneer de schade door stikstoftekort groot is, kan doorzaaien noodzakelijk zijn. Een effectief hersteltraject bestaat doorgaans uit vijf fasen:

1. Oppervlakte herstellen
   Verwijder alle resten van dood gras en maak de bovenlaag los. Werk kale stukken bij met een organisch verrijkte aanplantgrond zoals Structuur Actief, die het bodemleven stimuleert en de wortelontwikkeling bevordert.
2. Doorzaaien
   Breng snelkiemend graszaad aan dat zich goed hecht. Een gelijkmatige verdeling en een dunne afdeklaag zorgen voor optimale kiemomstandigheden en beschermen het zaad tegen vogels.
3. Voedingsstoffen toevoegen
   Een organische meststof zoals Snelmix ondersteunt het jonge gras vanaf de eerste groeifase. De samenstelling bevordert een stevige beworteling en helpt problemen zoals klaver en rooddraad in actieve groeiperiodes te beperken.
4. Geregeld bevochtigen
   Jonge zaailingen hebben een constant licht vochtig bodemoppervlak nodig. Voorzichtig sproeien voorkomt dat het zaad wegspoelt. Na volledige kieming kan het bewateringsritme geleidelijk worden aangepast naar de behoefte van volwassen gras.
5. Voorkomen van nieuwe schade
   Een duurzame aanpak bestaat uit beluchten of verticuteren, periodiek kalken en het volgen van een consistent bemestingsschema. Een dichte grasmat is daarbij het beste middel tegen ongewenste planten en plagen.